Mensen hebben zinvolle relaties nodig om te goed te functioneren. Dat geldt ook voor huisartsen en wijkverpleegkundigen.
Onlangs was ik samen met Jennifer Bergkamp te gast bij Op1. Aan de hand van een #blaaskatheter maakten we inzichtelijk hoe regelgeving ons hindert in ons werk. Vroeger haalden we een katheter en andere benodigdheden op bij de #apotheek. Tegenwoordig zijn we uren kwijt aan het invullen van formulieren en het beantwoorden van kritische vragen, voor we er één opgestuurd krijgen.
Dat raakt aan onze professionele autonomie, zoals onderstaande illustratie van Marijke Dermois laat zien, maar het beschadigt tegelijkertijd onze relaties in de wijk. Als we spullen ophaalden bij de apotheek bespraken we immers ook de patiënt. Wat is er aan de hand? En wat heb je precies nodig? Niet zelden kwam de apotheker met aanvullende informatie en advies. Die fijne en nuttige samenwerking is samen met het badwater weggegooid door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en Zorgverzekeraars Nederland.
Het wij-gevoel in de wijk staat al langer onder druk. Steeds meer huisartsen en wijkverpleegkundigen werken als zzp’er. Ze blussen brandjes op plekken waar tekorten zijn en gaan geen langdurige relaties meer aan met collega’s of patiënten.
Een bestaan als zzp’er geeft je regie over je tijd en bevrijdt je deels van administratief gedoe, iets dat binnen het systeem nauwelijks voor elkaar te krijgen is. Een begrijpelijke stap dus, maar als te veel collega’s als zzp’er het zorgsysteem ontvluchten leidt dat tot #anonimisering. Patiënten kennen hun arts of verpleegkundige niet meer. Zorgverlener hebben geen idee wie de collega’s zijn met wie ze vandaag moeten overleggen.
Op Twitter schreef praktijkhoudend huisarts Remon Hendriksen onlangs over een opgeluchte medisch specialist. Voor het eerst in maanden had hij eindelijk een huisarts aan de telefoon die hij kent. Nostalgisch voegt Hendriksen er aan toe dat dit vroeger anders was. ‘Huisartsen en specialisten kenden elkaar wat afstemming een stuk eenvoudiger maakte.’
De anonimisering van de eerste lijn is niet alleen dramatisch voor de kwaliteit van zorg, het raakt ook aan het werkplezier. Over het belang van zinvolle relaties publiceerde psychiater Esther van Fenema onlangs het boek “Het verlaten individu”. Ze ziet steeds vaker sombere patiënten die worstelen met zingevingsvragen.
Een soortgelijke worsteling zie ik ook bij collega’s. Burn-outs, artsen en verpleegkundigen die afhaken omdat de voldoening is verdwenen. De toenemende anonimisering, een direct resultaat van beleidskeuzes, speelt daarin op zeker een rol.
Hoe zouden de mensen bij de NZA en de verzekeraars het vinden als zij elke dag met iemand anders moeten werken? Zou dat effect hebben op de aanwas van hun stroomschema’s en Excel-sheets? Op de sfeer bij het blinkende espressoapparaat? Uiteraard! En voor ons zorgverleners is dat niet anders. Laten we ons daarom samen vol inzetten op het herstel van cohesie in de eerste lijn.
Deze LinkedIn post vind ik de moeite waard om met mijn collega’s op de dokters– en apothekersassistentenblog te delen. Vind jij dat nou ook? Deel dan dit bericht met een collega.