Werken in één zorgpraktijk waarin arts en apotheker samen zorg verlenen
Ja ik weet het, de titel van deze blog doet natuurlijk iets met je. Worden apotheken allemaal een apotheekhoudende huisartsenpraktijk? Nee! Hoewel sommige collega’s vandaag de dag natuurlijk werkzaam zijn bij de apotheekhoudende praktijk gaan we niet allemaal in die constructie verder. De apotheekhoudenden zijn er gewoon, net als ‘openbare apotheken’ in verschillende soorten en maten. Ik bedoel daarmee te zeggen: Iedere huisartsenpraktijk en iedere apotheek is weer een ander bedrijf, met een andere leider waar anders wordt gewerkt. Overal draaien andere mensen aan de knoppen met een andere visie.
Nu even terug naar de titel. Als we kijken naar het verleden en de reden waarom de functie ‘apotheker’ in het leven is geroepen en hoe de relatie tussen arts en apotheker zich heeft ontwikkeld dan moeten we terug naar de dertiende eeuw. Dus ga er even voor zitten, want we duiken de geschiedenis in. Onlangs heb ik, tijdens de ‘Farmaceutisch historische dag’ veel kennis opgedaan over de relatie tussen arts en apotheker door de jaren heen. Deze dag in oktober werd georganiseerd door Stichting Farmaceutisch Erfgoed.
Het verschil tussen arts en apotheker
Hier leerde ik dat het verschil tussen arts en apotheker stamt uit de 13e eeuw. Je kunt je misschien een voorstelling maken van hoe de geneeskunde destijds in elkaar stak. Het doet me persoonlijk denken aan Netflix series met ridders en jonkvrouwen. Het verschil met nu is immens, de ‘primitieve’ acties van arts en apotheker destijds waren gevaarlijk.
Een wet genaamd ‘Edict van Salerno’ van Keizer Frederik de tweede verbood artsen om als apotheker op te treden. Deze wet heeft hij o.a. in het leven geroepen doordat hij vergiftiging door zijn lijfarts wilde voorkomen en een enorme prijsstijging bemerkte voor medicijnen. Er moest een scheiding komen tussen behandelaar en medicatie maker/verstrekker waarbij door Keizer Frederik tevens een vaste prijs werd opgenomen voor bepaalde soorten medicijnen. Uit deze wet kwam een werkwijze voort die nu nog alle dagen van toepassing is:
‘De apotheker controleert wat de arts voorschrijft.’.
Vroeger waren apothekers ambachtslieden. Zij hadden geen academische graad zoals artsen en doctoren. Ze bereidden medicijnen die ze aan artsen en doctoren verkochten. De apothekers waren daarbij veelal ook kruideniers. De scheiding was niet geheel duidelijk en apothekers vormden een gilde. In de steden waar een gilde voor apothekers was (niet alle steden hadden een gilde) was er wel een duidelijke scheiding tussen apothekers en artsen. Alleen werd dat niet altijd gehandhaafd. Tot aan de 16e eeuw waren apothekers in bezit van een monopolypositie voor suiker en suikerbroden. Later ook voor de verkoop van tabak en cacao. Marsepein mocht als product alleen door apothekers gemaakt worden. Een apotheker maakte en verkocht niet alleen medicijnen, maar was tevens handelaar.
Door misstanden in de 18e eeuw kreeg elke stad een eigen stadsfarmacopee. De stadsfarmacopee is niet zozeer gekomen vanwege de scheiding tussen artsen en apothekers maar meer om het voorschrijven van geneesmiddelen te standaardiseren. Pas later is er middels geneeskundige wetten een scheiding tussen genees- en artseneibereidkunst vastgelegd met een behandelmonopolie voor artsen, niet voor apothekers. Apothekers mochten geen medische adviezen meer geven, maar op het platteland mochten huisartsen wel een apotheek houden.
Wat is een geneesmiddel?
De apotheker ook wel farmaceut genoemd is een deskundige op het gebied van geneesmiddelen. Destijds ontstond er een woekering aan advertenties met zogenoemde ‘geneesmiddelen’. Het was bij wet nog niet duidelijk wat nu wel en niet een geneesmiddel was. En drogisten vierden hoogtij door promotie van de gekste middelen. Een vereniging voor kwakzalverij ontstond. Dit leidde tot veel discussies, o.a. over de vraag: wat is een geneesmiddel? Hiervoor werd wetgeving ontwikkeld. Uiteindelijk was er zoveel onvrede dat de NMP (Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie) werd opgericht in 1842 (na de oorlog koninklijk, de KNMP) met als gevolg dat er ook een aparte academische opleiding voor apothekers ontstond.
We nemen even een grote spong vooruit. Na de tweede wereldoorlog was de relatie tussen arts en apotheker niet hartelijk door concurrentie en achterdocht. In de periode 1986-2020 werd dat anders en verliep de samenwerking met de artsen en apothekers gestructureerd met FTO (Farmacotherapeutisch Overleg). Langzaam maar zeker groeiden arts en apotheker naar elkaar toe. De mensen die werken in de beide organisaties, zoals apothekersassistenten, doktersassistenten en praktijkverpleegkundigen kwamen met een grotere regelmaat met elkaar in contact.
Vanaf 2020 staat de zorg vanuit beide disciplines onder druk. Regelgeving en administratieve lasten reizen de pan uit. Tot groot verdriet van de zorgverleners. Het enige wat zij willen is de juiste zorg leveren voor de patiënten.
DE TOEKOMST
Huisartsenzorg instabiel, wat is de oplossing?
Een enorm tekort aan mensen bij de huisartsenpraktijk maakt de huisartsenzorg instabiel. Momenteel staan apotheken onder druk omdat zorg en logistiek gaan scheiden. Hierdoor hebben apothekers de drang om zich te bewijzen. In mijn optiek is het helemaal niet nodig. Voor artsen is de apotheker van enorme meerwaarde die door een goede samenwerking alleen maar kan toenemen. Zo zijn er bijvoorbeeld apothekers als farmacotherapeut aan het werk in de huisartsenpraktijk. Zoals ik heb begrepen kan 30% procent van de vragen van een patiënt aan de huisarts, door de apotheek worden beantwoord.
De samenvoeging bevordert de korte lijnen en geeft een constructievere samenwerking. De toekomst voor apotheek en huisartsenpraktijk ligt in een optimale samenwerking waarin kennis wordt uitgewisseld en er vanuit twee verschillende disciplines gekeken wordt naar de beste oplossing voor de patiënt. Zeer persoonlijk afgestemd. Zo komt ook de ‘klant’, de patiënt weer centraal te staan in plaats van de vergoeding en administratie van een dergelijke (be)handeling.
Huisartsenpraktijk en apotheek zorgen samen voor de patiënt. Het lijkt me dat dit de ‘zorgpraktijk’ gaat heten in de toekomst. Praktisch gezien lijkt het me prettig om krachten te bundelen vanwege enorme personeelstekorten aan beide kanten.
Ik zie het al helemaal voor me toets één voor een vraag over medicatie, toets twee om een afspraak te maken enzovoorts. Er zal geïnvesteerd moeten worden in samenwerking. Maar laten we niet te praktisch gaan kijken vanuit onze eigen bubbel en invulling geven. Laten we vooral aan de patiënten vragen wat voor zorg ze willen.
Wie is al gestart en praat me bij over dit onderwerp?
Via de socials en de e-mail kan ik je op de hoogte houden van de nieuwste items.
Apothekersassistent, ondernemer, auteur en online communicatie adviseur
Meer van dit soort verhalen lezen?
Ellen schreef het boek Educated Drugdealer om patiënten te laten zien hoe het werkt achter de balie in de apotheek. Haar tweede boek Verhalen uit de apotheek is uitgekomen op 18 november 2022.