Met 3 miljoen gebruikers van psychoactieve medicatie in Nederland kan het niet anders dan dat apothekersassistenten veel vragen van patiënten krijgen over het gebruik, maar ook over het afbouwen van deze medicatie. We nemen aan dat de nare klachten bij het afbouwen, de onttrekkingsverschijnselen, vaak aan de balie ter sprake zullen komen. Wat hebben zorgverleners zoals apothekersassistenten te bieden aan patiënten die hier mee te maken krijgen?
Eerst even wat achtergrondinformatie.
Het wordt steeds duidelijker dat de geregistreerde doseringen van de medicatie zo hoog zijn dat kleinere stappen om onttrekkingsverschijnselen te voorkomen niet te zetten zijn. Magistrale bereidingen worden slechts door enkele apothekers gemaakt. Doorgeleverde bereidingen bieden soms uitkomst, maar aan beide opties kleeft het probleem van de te hoge, niet declareerbare kosten.
Verder komen er steeds meer aanwijzingen dat vooral tijdens het laatste deel van het afbouwen zeer kleine stapjes nodig kunnen zijn. Waar eerder werd aangenomen dat bijvoorbeeld 0,5 paroxetine klein genoeg zou zijn, wordt nu steeds vaker gehoord dat een dosering van 0,1 mg voor sommige patiënten noodzakelijk is.
Als we paroxetine/seroxat even in gedachten houden, komen we ook uit op het probleem van vloeibare doseringen. Door de stroperigheid van de vloeistof kan het medicijn niet voldoende exact gedoseerd worden voor deze laatste stappen.
Moeten patiënten met klachten dan onder invloed van onttrekkingsklachten maar weer terugkeren naar hun oude dosis? Voor zover ze niet de onterechte indruk krijgen te maken te hebben met een ‘terugval’..? Het is van groot belang dat bij klachten het onderscheid wordt gemaakt tussen onttrekking en terugval. Dat kun je doen door bij klachten de patiënt terug te zetten naar de dosis waarbij nog geen klachten optraden. Meestal verdwijnen de klachten dan binnen een paar dagen. Het is niet gek om ook de voorschrijvend arts hierop attent te maken; er is immers nog een groot kennis- en ervaringstekort bij zorgverleners. Daarmee kun je als apotheker/ apothekersassistent de patiënt de demotiverende ervaring van ‘falen’ besparen en het perspectief op succesvol afbouwen behouden. Juist dit perspectief en het gevoel van groeiende zelfverzekerdheid is voor het herstel na bijvoorbeeld een depressie heel belangrijk.
Als geleidelijk afbouwen nodig blijkt, is dat momenteel alleen maar mogelijk met behulp van taperingstrips; op maat gemaakte medicijnstrips waarmee heel precies kan worden afgebouwd. Afbouwen is maatwerk, en hoe meer de patiënt in de gelegenheid is om in zijn/ haar eigen tempo af te bouwen, hoe groter de kans van slagen. Taperingstrips zijn wetenschappelijk bewezen effectief. Uit drie onderzoeken is gebleken dat 70% van de patiënten die er eerder niet in slaagden af te bouwen, dat wel kon met taperingstrips.
Echter; ze worden alleen vergoed door zorgverzekeraar DSW. Wij, de Vereniging Afbouwmedicatie en de Stichting Opiaten Afbouwen vinden dat onaanvaardbaar en zijn een petitie gestart voor vergoeding door alle zorgverzekeraars. Zodat ook apothekersassistenten een concrete oplossing kunnen bieden aan alle patiënten die een geleidelijke afbouw nodig hebben. Op 22 maart jl. is de petitie aangeboden aan de Tweede Kamer commissie voor VWS en momenteel wachten wij op de reactie van minister Ernst Kuipers
Samen met de petitie hebben wij de Kamercommissie het boek ZWART boek: Getuigenissen van een falend afbouwbeleid aangeboden. Dit boek bevat schrijnende, soms hartverscheurende verhalen van mensen die grote problemen ondervonden bij het afbouwen.
Het ZWART boek is gratis te bestellen bij de Vereniging Afbouwmedicatie.
Pauline Dinkelberg & Carol Vlugt
Kunnen wij samen een bijdrage leveren? Ja! We kunnen de petitie ondersteunen en deze schrijnende verhalen delen. Spreek erover met je naasten.