Een oproep aan de verzekeraars om het preferentiebeleid aan te passen.
Vanaf 2008 zijn zorgverzekeraars begonnen met het aanwijzen van de goedkoopste merkloze
medicijnen voor hun verzekerden, ofwel het preferent aanwijzen van geneesmiddelen. Dit beleid heeft ons zorgstelsel een hoop geld bespaard. Daarnaast wordt er 2 x per jaar de prijs van onze geneesmiddelen naast die van de prijzen in Noorwegen, Engeland, België en Frankrijk gelegd. Bij wet is bepaald dat onze geneesmiddelen niet duurder mogen zijn dan het gemiddelde van deze vier landen.
Dit alles heeft ertoe geleid dat Nederland in Europa verreweg de goedkoopste merkloze geneesmiddelen ter beschikking heeft voor haar patiënten. Tot zover het goede nieuws. Nu het slechte nieuws. Vanaf 2015 kregen de apothekers en patiënten voor het eerst te maken met geneesmiddeltekorten, het schildklierhormoon Thyrax bleek ineens niet leverbaar, het veel gebruikte antibioticum doxycycline was lange tijd niet beschikbaar, het hartmedicijn valsartan bleek verontreinigingen te bevatten omdat de Chinese fabrikant een goedkopere syntheseroute had
bedacht. En op dit moment zijn er grote problemen met de leverbaarheid van allopurinol bij jicht en nitraten aan hartpatiënten.
Zo waren er vorig jaar 1514 geneesmiddelen minimaal 2 weken niet leverbaar. En deze stijgende trend gaat door tot inmiddels tot 1179 geneesmiddelen dit jaar!
De oorzaken zijn zeer divers zoals strengere regels waardoor batches eerder worden afgekeurd en als gevolg van fusies tussen fabrikanten waarbij de productie wordt overgeheveld naar één fabriek. Ook zijn we enorm afhankelijk van China omdat zo’n beetje alle actieve farmaceutische grondstoffen hiervandaan komen, en zijn er met regelmaat vertragingen met het transport van China naar Europa. Het probleem speelt in heel Europa maar de problemen in Nederland zijn vanwege het preferentiebeleid nog groter. Immers, bij schaarste zal de fabrikant binnen Europa eerst kiezen voor die landen die de beste prijs voor haar product betalen. Nederland staat dan achteraan in de rij. Ter illustratie, allopurinol is in Nederland niet leverbaar maar we kunnen het wel tegen een hogere prijs uit Duitsland importeren. De apotheker probeert het op te lossen en haar patiënten zo goed mogelijk te helpen. Vaak lukt dat, en betaald de apotheker het verschil uit eigen zak, soms lukt het niet en staat de apotheker, en de patiënt, met de rug tegen de muur.
Omdat de zorgverzekeraars de kosten van merkloze geneesmiddelen nog verder willen beteugelen is het eind vorig jaar het preferentiebeleid nog verder uitgebreid. En daarbij gaat het echt over enkele centen verschil per merk, waardoor het ene middel wel, en het andere niet vergoed wordt. Vervolgens bleek dat de 4 grote zorgverzekeraars dezelfde fabrikant aanwezen voor 37 geneesmiddelen. Met één fabrikant is er geen concurrentie maar ook geen alternatief als het preferente middel niet te leveren valt.
En wat ook niet helpt is dat fabrikanten tot wel 8 ton euro kunnen boete krijgen per geneesmiddel als ze niet kunnen leveren, en het dreigende tekort te laat melden. Fabrikanten die wél kunnen leveren maar hun geneesmiddelen vanwege het preferentiebeleid niet op de Nederlandse markt kwijt kunnen, vertrekken uit Nederland en focussen zich op andere landen binnen Europa. Deze omstandigheden leiden ertoe dat er tot op heden van meer dan 3000 geneesmiddelen de registraties zijn doorgehaald, en daarmee de levering op de Nederlandse markt stopt. En die geneesmiddelen komen niet meer terug.
Zijn straks alle pillen op?
Leidt dit tot aantoonbare gezondheidsschade? Zeker! Iedere apotheker en arts kent wel voorbeelden uit zijn praktijk. Een simpele oplossing is er niet voor alle geschetste problemen. Maar we kunnen wél zorgen dat Nederland aantrekkelijk blijft voor farmaceutische bedrijven om hun geneesmiddelen op de markt te brengen. Voor dat laatste ligt de oplossing bij de zorgverzekeraars. Zij moeten afstappen van het huidige preferentiebeleid. Hoe het dan wel moet? Wijs per geneesmiddel minimaal 3 fabrikanten als preferent aan, en laat de markt zelf bepalen welke geneesmiddelen er dan gekozen kunnen worden. Daarmee valt er voor alle fabrikanten nog wat te verdienen in Nederland en verdwijnen ze niet van onze markt. Als een geneesmiddel dan niet leverbaar is heb je tenminste nog alternatieven en wordt de patiënten beter bediend!
Edgard Weening
Docent farmacotherapie & apotheekorganisatie
Werkzaam aan Rijksuniversiteit Groningen, masteropleiding Farmacie.
Ik deel graag deze brief van Edgard met jullie. Ik hoop dat jullie deze brief ook willen delen.